schrijftechniek: rondeel

Een rondeel is een gedicht dat bestaat uit 8 regels met een aantal herhalingen:

  • regel 1
  • regel 2
  • regel 3
  • regel 4 = hetzelfde als regel 1
  • regel 5
  • regel 6
  • regel 7 = hetzelfde als regel 2
  • regel 8 = hetzelfde als regel 1 en 4

Voorbeeld:

Reis

Een vliegtuig vangt de zon
Schitterend tegen een grijze lucht
Wie is op weg waarheen
Een vliegtuig vangt de zon
Ik kijk naar onbekende mensen
Denk: zoveel verhalen bij elkaar
Schitterend tegen een grijze lucht
Een vliegtuig vangt de zon

Een rondeel hoeft niet te rijmen, alhoewel daar in de oorspronkelijke vorm wel sprake van was.
Sommige bronnen keren de herhaling van regel 7 en 8 om, dus dan geldt: regel 7 = regel 1, en regel 8 = regel 2. Je kunt zelf kiezen wat je het mooiste vindt.

Het rondeel is krachtiger als je korte zinnen gebruikt. Heb je een lange zin in gedachten, kijk dan of je deze kunt inkorten of knip hem op in stukjes en verdeel hem over meerdere regels.

Als je een rondeel schrijft als afsluiting na een sprintje, kun je deze stappen volgen:

  • zoek in je sprintje twee kernzinnen
  • gebruik deze kernzinnen als regel 1 en 2 van je rondeel; kort ze eventueel iets in en/of verander ze een beetje
  • schrijf de eerste kernzin op regel 1, 4 en 8, en de tweede kernzin op regel 2 en 7 (volgens het schema van de herhaling)
  • je houdt dan regel 3, 5 en 6 over als lege regels: schrijf daar teksten op die van je rondeel één geheel maken, eventueel kun je daarvoor ook nog flarden uit je sprintje gebruiken
  • als je je rondeel een titel wilt geven, doe dat dan na afloop, want dan weet je pas waar het geheel over gaat

.

.