oefening van de maand juni: creativiteit

Scheppend bezig zijn, dat is creativiteit. Maak jij wel eens wat? Wat komt er letterlijk uit je handen, maar misschien ook wel uit je hoofd en hart? Zou je meer willen en kunnen scheppen, meer uiten? Wat voor levenskunstwerk maak jij? Kijk maar wat je pen jou te zeggen heeft over wat jij te bieden hebt.

Veel plezier en inspiratie toegewenst!

Stap 1
Maak een gedachtenwolk rond het woord ‘creativiteit’.

Stap 2
Kijk rustig naar je gedachtenwolk. Welk woord of draadje springt eruit? Ga daar dieper op in met een sprintje van 5 of 7 minuten.

Stap 3
Lees je sprintje uit stap 2 (hardop) terug en beantwoord dan twee vragen, al schrijvend, in bijv. 5 of 7 regels tekst:

a. Zegt dit iets over jouw creativiteit, jouw scheppende kracht, wat jij maakt/doet/tot uiting brengt?

b. Zegt dit iets over wat jij méér zou kunnen scheppen, maken, doen, tot uiting brengen?

Stap 4
Stel je voor dat jouw leven een kunstwerk is (wat het ook is!), d.w.z. dat je er iets wezenlijks mee neerzet, mee maakt, mee realiseert. Jij bent en doet iets unieks. Je bént een creatie, een schepping, maar je creëert en schept zelf ook. Je doet en zegt dingen, je maakt misschien zelfs tastbare dingen, je bént er en daardoor ontstaat er iets wat er anders niet zou zijn geweest. In wat je doet en ook in hoe je anderen raakt en in wat er tussen jullie gebeurt. In heel je leven zit zo een prachtige rijkdom van schepping en herschepping en het doorgeven daarvan.
Wees hier even stil bij: adem bewust in en uit en kijk wat deze realisatie bij jou teweegbrengt.
Schrijf er daarna iets over op.

Stap 5
Neem een beetje afstand van wat je bij stap 4 schreef en kijk als het ware van buitenaf naar jezelf als ‘kunstenaar’: in stap 4 ging het over jouw leven als kunstwerk – en als je zo kijkt, ben jij dus een kunstenaar. Stel je voor dat jouw leven als een serie kunstwerken in een museum hangt. Wat zegt het museum dan als introductie over jou als kunstenaar? Hoe is hij of zij? Wat is deze kunstenaar voor een mens? Ga niets verzinnen, maar begin meteen te schrijven en volg wat er in je opkomt: schrijf een sprintje van bijv. 5 of 10 minuten waarin het museum jou voorstelt aan het publiek.

Stap 6
Als je wilt, kun je hier een tekening en/of collage bij maken. Horen er beelden bij? Wil je iets laten zien in kleuren en vormen van het kunstwerk dat jouw leven is? Neem daar dan tijd voor en laat iets ontstaan.

Stap 7
Lees je schrijfsels van deze oefening nog eens (hardop, als het ware proevend) terug. Schrijf dan als afronding van deze oefening een brief(je) aan de Bron waar jij en jouw creativiteit uit voortkomen, hoe die Bron ook maar voor jou is. Lees dit briefje hardop voor.

Variatie/verdieping

• Kies in stap 2 een ander woord of draadje uit je gedachtenwolk.
• Voeg nog een extra stap toe aan deze oefening en schrijf een brief terug: van je Bron aan jou.