oefening van de maand januari: zorgen voor jezelf

Laatst zag ik een kort filmpje waarin iemand zei: “Stel je voor dat je aan het begin van je leven een mens gekregen hebt. Een menselijk wezen dat aan jou is toevertrouwd voor zolang je op deze aarde bent, het is jouw taak ervoor te zorgen. En bedenk dan: die mens ben jij zelf.”

Het filmpje heb ik helaas niet bewaard, dus ik kan de bron niet geven en ik weet ook niet meer precies wat er verder werd gezegd. Maar door deze uitspraak ging ik nadenken over zorgen voor jezelf en daar is deze oefening uit voortgekomen.

Veel schrijfplezier en inspiratie toegewenst, en natuurlijk alle goeds voor dit nieuwe jaar!

P.S.: Voor wie de oefening van december gemist heeft: ik heb in december een flinke griep opgelopen waardoor ik een tijdlang niets heb kunnen doen. Vandaar dat we december overslaan en meteen naar januari gaan.

Stap 1
Maak het even stil in jezelf; ga recht zitten, haal bewust adem, kom tot jezelf.
Schrijf de uitspraak in de inleiding van deze oefening over:

“Stel je voor dat je aan het begin van je leven een mens gekregen hebt. Een menselijk wezen dat aan jou is toevertrouwd voor zolang je op deze aarde bent, het is jouw taak ervoor te zorgen. En bedenk dan: die mens ben jij zelf.”

Schrijf meteen hierna door in een sprintje van 5 minuten: wat roept dit in jou op? Laat je gedachten de vrije loop op papier.

Stap 2
Lees je sprintje uit stap 1 hardop, proevend, terug.
Lees het daarna nog een keer, maar nu alsof het een tekst van iemand anders is, iemand naar wie je op een positieve manier benieuwd bent. Geen oordeel, alleen het oprechte verlangen de schrijver te begrijpen. Welke vragen komen dan bij je op naar aanleiding van dit sprintje uit stap 1? Noteer deze vragen in een lijstje.

Stap 3
Lees je lijstje uit stap 2 hardop terug. Welke vraag springt er op dit moment uit? Markeer deze en schrijf meteen daarna een sprintje van 10 minuten naar aanleiding van die vraag. Er mag een antwoord komen, maar dat hoeft niet. Ga in elk geval niet bewust een antwoord verzinnen, daar gaat het niet om; mijmer gewoon op papier naar aanleiding van de vraag.

Stap 4
Lees je sprintje uit stap 3 hardop terug en maak daarna de volgende open zinnen af met korte sprintjes van bijv. 3 of 5 regels tekst:

• Waar dit écht om gaat…
• Ik ben blij/dankbaar…
• Waar ik moeite mee heb…
• Ik neem me voor…
• Wat mij bij dit voornemen gaat helpen…
• Wat ik concreet meteen ga doen…
• Het idee dat ik mezelf heb gekregen om voor te zorgen…

Stap 5
Lees je teksten uit stap 4 hardop terug.
Ik geef je er een nieuw perspectief bij: in vliegreizen wordt bij de veiligheidsinstructies gezegd dat je het zuurstofmasker eerst op je eigen mond en neus moet zetten voordat je anderen gaat helpen.
Heeft dit perspectief, deze veiligheidsregel, nog iets toe te voegen aan wat je in stap 4 geschreven hebt? Als dat zo is, schrijf daar iets over op, veel of weinig, net wat je wilt.

Stap 6
Kies twee kernzinnen uit je schrijfsels van stap 4 en 5 en maak daarmee een rondeel als afsluiting.

Variatie/verdieping

• Kies in stap 3 een andere vraag (uit stap 2) om over te schrijven.
• Schrijf naar aanleiding van wat je in deze oefening al schrijvend gezien hebt een brief aan jezelf. Een brief van jou aan de mens die jij gekregen hebt om voor te zorgen. Wees zo oordeelsvrij en eerlijk als je maar kunt zijn.
• Schrijf een brief terug: wat schrijft de mens die aan jouw zorg is toevertrouwd aan jou?
• Misschien zijn dit brieven die je wilt toespitsen op dit nieuwe jaar 2025. Je kunt ze dan halverwege of in het najaar nog eens lezen. Wat roepen ze dan in je op? Of misschien wil je in 2025 wel een regelmatige correspondentie opzetten, bijv. elke maand een brief heen en weer?

Lees zo’n tekst (hardop) terug en geef de kern weer in bijvoorbeeld een rondeel of een dubbelelfje of spiegelelfje.