We zitten in de veertigdagentijd, dat is de periode van Aswoensdag tot Pasen, en van oudsher is dat een tijd om je opnieuw te richten op wat belangrijk en heilzaam is. Nee zeggen tegen wat je afleidt, om ja te kunnen zeggen tegen wat je voedt, wat leven geeft. Dat leek me een mooi thema voor de oefening van deze maand.
Veel plezier ermee!
P.S.: Februari heb ik even overgeslagen, want het was een te volle maand.
Stap 1
Maak het even stil in jezelf; ga recht zitten, haal bewust adem, kom tot jezelf.
Maak een woordgedicht van: Nee en ja zeggen in mijn leven. Vraag jezelf daarbij bijv. af: wat leidt me af, wat helpt me niet, wat wil ik minder vaak doen of helemaal stoppen, eventueel voor een tijdje? En wat voedt me, wat helpt me, waardoor kom ik tot leven, wat wil ik vaker doen?
Stap 2
Lees je woordgedicht uit stap 1 hardop, langzaam, terug. Kies een zinnetje/woord dat eruit springt en mijmer daarover op papier in een sprintje van bijv. 7 of 10 minuten.
Stap 3
Lees je sprintje uit stap 2 hardop terug. Noteer 3 dingen (in trefwoorden of korte zinnetjes) als antwoord op de vraag: waar gaat dit nu echt over?
Stap 4
Kijk naar de drie dingen die je in stap 3 schreef. Wat betekenen die voor jou, waarom zijn ze belangrijk? Mijmer daarover in een sprintje van bijv. 5 minuten.
Stap 5
Hieronder staan 5 citaten uit benedictijnse bronnen. Welk citaat is voor jou nu in het bijzonder van toepassing? Schrijf daarover in een sprintje van bijv. 5 minuten.
- De begrijpelijke neiging geen rust te nemen en maar door te werken, lijkt verantwoordelijk, maar is het niet. (Wil Derkse)
- Elke dag biedt mogelijkheden voor kleine, snelle ‘responsjes’ waarmee je snel iets recht kunt zetten, een blijk van waardering kunt geven, een duwtje in de goede richting. (Wil Derkse)
- Het geluk is al in mij. Ik hoef het niet door uiterlijk succes te bereiken. Ik hoef alleen maar in harmonie te komen met mijzelf, blij te zijn met datgene wat uitgaat van mijzelf. (Anselm Grün)
- Wat essentieel is in een mens, is onzichtbaar. Maar ook de essentie van deze wereld is onzichtbaar. Levenskunst is: met je hart zien. (Anselm Grün)
- Doelen met werkelijke diepgang kun je niet bereiken met gebalde vuisten en de tanden op elkaar, maar alleen met open handen. (Anselm Grün)
Stap 6
Nu je dit zo, al schrijvend tot nu toe, gezien hebt: wil je je iets voornemen voor de tijd tot Pasen? Iets concreets doen of laten? Ergens nee tegen zeggen, zodat er ruimte komt om ja te zeggen tegen iets anders? Schrijf daar iets over op, net zoveel als je wilt.
Stap 7
Lees alles wat je tot nu toe geschreven hebt (hardop) terug en onderstreep gedeeltes die je mooi en waar vindt. Maak met behulp daarvan een vrij gedicht dat de kern weergeeft. Het hoeft niet te rijmen, er zijn geen regels voor, schrijf gewoon wat je wilt.
Variatie/verdieping
- Kies in stap 2 een iets anders uit je woordgedicht om over te schrijven.
- Kies in stap 5 een ander citaat.
- Schrijf in de tijd tot Pasen regelmatig over dit thema en/of jouw voornemen. Oefen jezelf, met vallen en opstaan, je kunt elke keer opnieuw beginnen – ook dat is een belangrijk benedictijns principe: we blijven beginners.
- Leg je vrije gedicht ergens waar je het vaker tegenkomt. Schrijf er af en toe over.
Hergebruik van deze oefening is vrij, mits met bronvermelding:
Sarine Zijderveld, www.papierenspiegel.nl
Foto: Canva
Doe je iets met deze oefening, zelf of samen met anderen? Laat het me weten, ik hoor het graag.
Nodig
– pen en papier
– kookwekker/timer
Hoe te schrijven: sprintje
– schrijf zo snel als je kunt
– volg de gedachten die opkomen
– blijf doorschrijven
– censureer en corrigeer niets
– let niet op taal- en schrijffouten
– als je vastloopt: herhaal het laatste woord totdat er weer een nieuwe gedachte komt
Dank je wel voor deze mooie schrijf inspiratie.
Graag gedaan, Marieke! Fijn dat je er blij mee bent.