oefening van de maand juli/augustus: met je dagboek op vakantie

Je hoeft niet weg te gaan om weg te gaan, dat is een van de grote voordelen van schrijven. We kunnen dingen van ons af én naar ons toe schrijven. Voor deze zomermaanden heb ik een oefening gemaakt waarin je kunt reizen en je openstellen voor alles wat je onderweg tegenkomt.

Veel plezier ermee!

Stap 1
Maak het even stil in jezelf; ga recht zitten, haal bewust adem, kom tot jezelf.
Kijk naar de 6 foto’s hieronder en kies er eentje uit waar je naartoe wilt. Denk er niet te lang over na, kies snel en intuïtief.

.

.

Stap 2
Schrijf snelle, korte sprintjes van ongeveer 3 tot 5 regels tekst in antwoord op deze vragen:

• Kijk op deze plek om je heen (breder/verder dan de foto)… wat zie je?
• Wat hoor je?
• Wat ruik je?
• Wat proef je?
• Wat voel je? (qua tast, op je huid, tegen je aan, etc.)

Stap 3
Schrijf een sprintje van bijv. 10 of 15 minuten: hoe is het om hier te zijn? Ben je hier alleen of met anderen? Wat doe je? Hoe voel je je? Etc.
Schrijf in de ik-vorm, tegenwoordige tijd, alsof het op dit moment aan het gebeuren is.

Stap 4
Lees je sprintje uit stap 3 (hardop) terug. Onderstreep woorden en flarden die je blij maken.

Stap 5
Schrijf de woorden en flarden die je in stap 3 onderstreept hebt, onder elkaar op, als een lijstje.
Als je daarmee klaar bent, kijk dan even rustig naar dit lijstje, lees het eventueel hardop aan jezelf voor en geef het lijstje dan een titel. Die titel hoeft niets te maken te hebben met de afbeelding waar je mee begon. Wat is de vlag die de lading dekt van jouw ‘blije woorden en flarden’?

Stap 6
Valt je iets op aan jouw lijstje en de titel daarvan? Heeft het je iets te zeggen? Als je wilt, kun je hierop ingaan met een sprintje van bijv. 5 of 10 minuten.

Stap 7
Schrijf sprintjes van bijv. 5 of 10 regels tekst als antwoord op deze vragen:

• Wat heeft deze korte innerlijke reis je gebracht? Wat wil je hieruit vasthouden of koesteren?
• Hoe voel je je nu?
• Kun je iets fijns van jouw ‘reis’ vertalen naar je echte leven?
  Bijvoorbeeld: als ik schrijvend ergens was waar ik van rust en stilte genoot, kan ik in mijn dagelijkse leven dan iets van die rust en stilte opzoeken? Hoe wil ik dat concreet gaan proberen, wat is een eerste kleine stap?

Stap 8
Lees wat je geschreven hebt in stap 5 t/m 7 (hardop) terug en onderstreep twee kernzinnen die je mooi en waar vindt. Maak met behulp daarvan een rondeel als afsluiting van deze oefening.

Variatie/verdieping

• Doe deze oefening met een andere foto:
  • Kies in stap 1 een andere foto.
  • Kies een van je eigen vakantiefoto’s van korter of langer geleden.
  • Zoek op internet een foto van je droomreis of droombestemming, een plek waar je nog niet geweest bent maar graag naartoe zou willen gaan.
• Maak een printje van de foto die je uitkoos (of teken hem na) en schrijf je rondeel uit stap 8 er met een gelpen overheen.
• Beschouw de plek die je in deze oefening koos als een plek waar je de komende weken vaker naar terug kunt gaan, alsof die plek om de hoek ligt, terwijl je leven verder gaat zoals het gaat. Je kunt je er steeds even terugtrekken, je kunt er even pauze houden, vrij zijn. Neem hier bijvoorbeeld een apart schriftje voor, een reisdagboekje! Plak je gekozen foto op de voorkant en schrijf steeds even tijdens zo’n adempauze in dat schrift. Hoe zit je erbij? Hoe is het met je?
  Kijk na verloop van tijd terug op wat je in dat reisdagboekje schreef: zie je patronen, thema’s? Kun of wil je daar iets mee?
• Schrijf over een item uit je lijstje van stap 5. Dit hoeft niets meer met deze oefening te maken te hebben; beschouw het gewoon als een woord of fragment dat jou iets te zeggen heeft en luister met je pen.

.